Sophie droomt al jaren van de vrijstaande villa aan de andere kant van het dorp. Dit lijkt de uitgelezen kans: haar huidige huis is flink in waarde gestegen en de hypotheekrente staat watertandend laag. In Denemarken geeft de bank je zelfs jaarlijks een half procent cadeau als je voor tien jaar een hypotheek afsluit. Die droomvilla betaalt zich praktisch zelf. En dat is niet het enige voordeel: terwijl de waarde van haar spaarrekening langzaam erodeert, klimt de prijs van vastgoed al jaren.
Heeft Sophie gelijk en moet iedereen naar zijn bank rennen? Het was ontegenzeggelijk zelden zo voordelig om een hypotheek af te sluiten, maar dat maakt het kopen van een woonhuis nog geen goede investering. Sterker, wonen is een vorm van consumptie. Net als een auto is een huis aan slijtage onderhevig. Je moet als eigenaar voortdurend investeren om de kwaliteit op peil te houden. Andere kosten, zoals belastingen, verzekering en financiering tikken ook gewoon door. En hoe groter je huis, hoe hoger die kosten.
Je zou kunnen denken dat die hogere kosten worden gecompenseerd door forse waardestijgingen. De lage rente heeft prijzen inderdaad flink opgestuwd, maar garanties dat huizen in waarde blijven stijgen zijn er niet, zoals de crisis van 2008 glashard onderstreepte. Op de hele lange termijn zijn huizenprijzen op bijvoorbeeld de Amsterdams grachten ongeveer met de hoogte van de inflatie gestegen, maar wat er met de prijs tijdens je eigen leven gebeurt is met geen mogelijkheid te voorspellen.
De belangrijkste vraag is daarom waar je gelukkiger van wordt: een groter huis met lusten, maar ook extra lasten? Of meer financiële vrijheid voor bijvoorbeeld leuke vakanties, een flexibele baan of vervroegd pensioen
Misschien is dat laatste wel het mooiste cadeau dat de bank je met deze lage rente kan schenken.
Dit is een column van Marius Kerdel en Jolmer Schukken, oprichters van Triple Partners en auteurs van De Beleggingsillusie.